16.12.07

Tanzania

Sinds een week terug uit Tanzania, waar ik tien dagen verbleef voor een bijlage van Vredeseilanden die in januari bij Het Nieuwsblad zit. Eerste keer Afrika, dan moet er vanalles door je heen gaan en schijnt je leven te veranderen. Voor zo ver je na een week al kunt spreken over blijvende veranderingen: ik ben nog geen enkele keer boos geworden in het verkeer of op mijn kinderen. Ik help meer mensen op straat. En ik ben tevredener met wat ik heb. Ik geniet ook meer van de kou dan anders. We zullen zien of dat allemaal blijvende gevolgen zijn. Tien dagen is niet lang, maar het was wel intens. De eerste zes dagen zat ik in Morogoro, waar Christophe C. en Bart W. nu al zeven jaar lang aan hun rattenproject werken. Ze wonen er met hun vriendinnen en kinderen op de campus van de SUA-landbouwuniversiteit, een klein stukje paradijs tegen de heuvels van de omliggende bergen. Het leven van de expat met alles erop en eraan. Een Britse school voor de kinderen, twee nanny's in huis, een tuinman, een watchman voor 's nachts. Judy van Christophe haastte zich om zich te verontschuldigen voor hun vele personeel. Later hoorde ik dat zij hun mensen veel beter betalen dan hun buren. Hoe dan ook is personeel zeer betaalbaar en je helpt er - in hun geval - vier andere gezinnen mee. Er is niets neokoloniaals aan, al is het natuurlijk best wel comfortabel. Je kan elke middag thuis gaan opeten wat de nanny heeft klaargemaakt, ze doen ook de was en de plas. En dankzij een tuinman hoef je nooit in je tuin de werken en ziet die er toch geweldig uit.
Het contrast met waar Vredeseilanden ons (ik was niet langer in mijn eentje maar in het gezelschap van de door Vredeseilanden uitgenodigde en erg sympathieke Zohra) naartoe bracht was groot. Same is een droog stadje dicht tegen de Keniaanse grens, met acuut waterterkort en veel armoede. Mensen hebben er geen stromend water in hun huis, het water wordt in jerrycans verkocht of je moet zelf naar een van de weinige kraantjes. Ik verbleef hier op de boerderij van Dinna, die de drie kinderen van haar oudere zus in huis had: Julius, Janet en Aman (foto).




Aman is veertien jaar en kan zich zeer goed uit de slag trekken in het Engels, omdat hij in Dar Es Salaam op een privéschool zit. Met hem heb ik het meest gepraat, hij is een hele sympahtieke en slimme kerel. Wil later ingenieur worden om de infrastructuur in Same - water en wegen - in orde te brengen. Zou hem dat lukken? Zou zijn vader geld genoeg hebben om hem naar de universiteit te sturen? Alles is in Tanzania voor ons redelijk goedkoop en voor hen redelijk tot heel duur. Mensen komen met echt heel weinig rond en doen er maanden over om bedragen te sparen die wij achteloos uitgeven. En toch zijn ze allemaal positief, hoopvol en lijken ze gelukkig. Dat is het cliché dat je vaak over Afrika hoort vertellen, maar het blijkt nog te kloppen ook. Er is, denk ik, ook de nodige trots mee gemoeid. Ook al hebben mensen het niet breed, je wordt overal waar je komt met eten en drinken volgestouwd, terwijl je ze zelf vaak niet ziet eten. Of ze geven je hun beste kamer om in te slapen en kruipen zelf met zijn allen op een matras in de voorraadkamer. Trots, en gastvrijheid, en gulheid in een mate die wij niet meer kennen. Behulpzaamheid ook. Op straat kan je geen halve minuut naar iets staan zoeken, of iemand komt je helpen om de weg te vinden en loopt heel de weg met je mee. Toen dat me eens overkwam, was ik de hele tijd aan het denken wat die kerel van me zou willen. Moest ik hem een fooi geven? Had hij in mij een westerse vetpot gezien? Waar bracht hij me eigenlijk naartoe? Toen we op de plaats van mijn bestemming aankwamen nam Mohammed, zoals hij zich had voorgesteld, beleefd afscheid van me. Hij nodigde me uit om een bezoek te brengen aan zijn huis wat verderop. Hij had me dus alleen maar geholpen omdat ik er een verdwaalde buitenlander uitzag en hij vond het blijkbaar leuk om een babbeltje te maken, over zijn studies te spreken en misschien zijn Engels wat te oefenen. Daar was ik dus wel even van ontroerd en ik nam me voor om mijn vooroordelen aan de kant te zetten.
De Tanzanianen zijn zonder uitzondering vriendelijk en hulpvaardig, maar ze hebben ook hun nadelen. Zeker de mannen houden van praten en iets minder van handelen. Het gaat er daardoor wel eens wat minder efficiënt aan toe dan bij ons. Ook de gastvrijheid heeft zijn schaduwzijde, zeker als je meer dan vijf keer bij verschillende mensen terecht komt op een dag, en telkens weer wat moet eten en liefst een tweede keer opscheppen om niet onbeleefd te zijn.
Misschien heeft ook het volgende met beleefdheid te maken: als je een heel directe vraag stelt, geven ze soms op iets anders een antwoord. Maar misschien heb ik gewoon nog niet genoeg geduld en besef ik onvoldoende dat je eerst mekaar een beetje moet leren kennen, vertellen over hoe mooi je het land vindt en iets over jezelf vertellen, voor er iets als een vertrouwensband is en je dieper tot de zaken kunt doordringen.

28.9.07

Dell

Als kleine zelfstandige moet ik weer een nieuwe laptop kopen. Dat moet niet echt, maar met de interessante afschrijvingen en de fiscale aftrekbaarheid en het maken van kosten waar ze zoveel over vertellen en ik zo weinig over begrijp, blijkt dat dus wel interessant te zijn. Dus koop ik trouw om de 3 jaar een nieuwe pc, een nieuwe laptop, een nieuwe tweedehands auto. Mijn gps heeft uit zichzelf nog niet meer dan 1 jaar meegegaan en geen enkele gsm heeft het al langer dan twee jaar bij me uitgehouden, dus dat zit ook allemaal wel goed. Het komt allemaal neer, als ik het goed begrijp, op een eenvoudige keuze: ofwel belastingen betalen ofwel spullen kopen en die van je belastingen aftrekken. Zal wel niet helemaal kloppen, want ik betaal bij mijn weten nog geen 50% belastingen. Maar anderzijds: als ik de economie niet draaiend houd, wie zal het dan wel doen? Het plezante is dat je zo voor elk gebruiksvoorwerp om de drie jaar eens lekker kunt nadenken wat je nu weeral zult kopen. Mijn huidige laptop is een Acer TravelMate 4500 en daar ben ik best tevreden over, in tegenstelling tot mijn merkloze pc, die ik in dezelfde buurtwinkel heb gekocht en die steeds weer te wensen overlaat. In principe ben ik wel erg voor buurtwinkels. Ik ga ook wel graag naar giganten als Mediamarkt en Fnac, om respectievelijk koopjes te doen en naar mooie spullen te kijken, maar ik geloof ook in service en advies, en die dacht ik te krijgen bij de ongelooflijk sympathieke kerel van Star Line Computers. Geweldig chaotisch winkeltje in de Berchemse Driekoningenstraat, behulpzame kerel, maar met slechts een probleem: hij lijkt er op een of andere manier van uit te gaan dat het goedkoopste het beste is en dat je zelf ook best een beetje graag aan computers klooit. Nu heb ik wel graag iets goedkoops dat heel goed werkt, al weet ik niet of dit leven mij dat gunt (mijn schoonbroer Japy stoeft altijd over zijn wonderlijke Medion-aankopen bij de Aldi, de twee keren dat ik er iets kocht, crashte het binnen de twee weken). Maar ik wil toch liever iets duurders dat altijd goed werkt en waar ik niet naar moet omkijken. De Starline-kerel was er na twee keren configureren en het helemaal opnieuw formatteren van mijn harde schijf dan wel in geslaagd om uiteindelijk mijn pc in staat te stellen om een of ander goedkoop programma te laten lopen waarmee ik vhs-video kan importeren, tv mee kan opnemen en alle videobestanden mee kan monteren, na de laatste crash kan het ding niet eens Windows Media Player spelen zonder te crashen en krijg ik steeds weer foutmeldigen dat mijn licentie van Windows niet geldig is. Ik begin zo'n beetje te vermoeden dat de Starline-man een kleine piraat is en zal me dan toch noodgedwongen voor mijn volgende aankoop wenden tot het grootkapitaal in de vorm van Dell, met next business day garantie en alles erop en eraan. Want ik heb echt geen tijd om nog meer te liggen klooien met een misschien wel erg performant en goedkoop maar onvolkomen systeem. Sorry buurtwinkel en hallo Michael Dell.

24.7.07

Schoonmaak

Mijn werkvrouw is nogal eigenzinnig. Vandaag kon ik haar niet beletten een koeienhuid die al jaren in mijn bureau ligt onder handen te nemen. Bij het stofzuigen stoorde het haar dat een aantal hoekjes omkrullen en ze heeft er nu niet beter op gevonden dan die hoekjes met duimspijkers vast te kloppen, ondanks mijn voorzichtig protest. Voorzichtig, want ik vind dat je ieder zijn job moet laten. Zij bemoeit zich gelukkig ook niet met de mijne. Erger vond ik het toen ze eens de volledige klimopplant liet belanden in de tuin van de buurman, die sowieso al niet tegen ons spreekt. Of die keer dat ze vuurtje stookte in de tuin, terwijl ik mijn andere buurman vraag om dat vooral niet te doen. Als we even met vakantie zijn geweest, is het ook altijd spannend hoe we ons huis zullen aantreffen. Deze keer waren alle zetels en de tv van plaats veranderd en was de living zo een stuk gezelliger geworden. Het is niet de eerste schoonmaakster die zulke dingen doet. Volgens mij zijn werkvrouwen vaak gerateerde binnenhuisinrichters.